Voor je je eraan toevertrouwt, moet je wel iets overwinnen. Maar als je er één keer in bent, wil je er nooit meer uit.

Eerst even voelen met je hand, dan met je tenen, dan sprenkel je wat druppels over je buik, en dan… glij je er zomaar in. Je spieren ontspannen, je zweeft gewichtloos, je voelt je één worden met het water. De zwemmer.

Dat je je niet zomaar kopje onder laat gaan, zeggen wetenschappers, dat is best begrijpelijk als je teruggaat in de evolutie. Miljoenen jaren geleden kropen onze voorouders als vissen uit zee eindelijk op het droge. Ze hadden lang genoeg in het water geleefd, brrr! Zandhazen en landrotten, dat willen we wezen. Hoe lekker warm we een bad ook maken, voor water houden wij mensen altijd een beetje koudwatervrees.

Maar eenmaal erin, voelen we ons weer in ons element. Dat kun je niet letterlijk genoeg nemen.  We zwommen allemaal negen maanden lang in vruchtwater. We bestaan, eenmaal geboren, nog steeds voor zo’n 65% uit water. Gelukkig dat er een huid om zit, met botten erin, om wat stevigheid aan die plas met water te geven!

Ook nadat we in de evolutie aan wal zijn gegaan, blijven we als mensheid omgeven door en afhankelijk van water. Tweederde van het aardoppervlak bestaat uit water. En wat zouden we zijn zonder grondwater, waterdamp, wolken, regen? Je kunt weken zonder voedsel, maar zonder vocht ga je na een paar dagen dood. Omdat we zo van drink- en irrigatiewater afhankelijk zijn, worden er oorlogen om gevoerd.

Water is de kweekvijver van het leven.  Als sterrenkundigen naar leven zoeken in de kosmos, zoeken ze het eerst naar water.  Miljoenen jaren was het ook de enige plek waar leven mogelijk was. Als mens komen uit het water, zitten we vol met water, en water is overal om ons heen.

Water is ons element. Maar we zijn ons er lang niet altijd van bewust. ‘Het laatste dat een vis ontdekt is het water waarin hij zwemt’, zegt een Chinese wijsheid.

Water is daarom ook veel meer dan de scheikundige formule H2O. Het is een symbool, en wel een van de mooiste en krachtigste. Water is zacht. Het maakt alles vloeibaar en stromend. Het streelt je en verbindt alles met alles. Maar het kan ook overweldigend en vernietigend zijn als een tsunami. (Vooral Nederlanders weten dat, achter hun dijken en gemalen: water moet je managen, anders wordt het je de baas. Onze koning maakt er veel werk van. )

In de geschiedenis van de mensheid is de symbolische kracht van water altijd wel beseft. Water is – met aarde, lucht, en vuur – een van de vier oerelementen in de mythologie. En in de rituelen en mythen van de grote religies speelt water een belangrijke rol.  (1) Water als de bron van leven, (2) water als een zuiverende en reinigende kracht, maar ook: (3) water als een gevaar, waaraan je moet ontsnappen.

Water overspoelt gelovigen van allerlei religies.

In het christelijke ritueel van de doop (met een paar druppels of kopje onder, het doet er niet toe) is die symboliek heel herkenbaar: Ik hoor nog de dominee uit mijn jeugd bij een doop over Noach en zondvloed en de doortocht van het volk Israël uit de Rode Zee spreken. Water als een dreigende macht, je kunt erin verdrinken. ‘De wateren des doods.’ Maar het water van de doop reinigt ook, en ‘wast de zonde af’. En het werd tegelijk ook ‘het bad van de wedergeboorte’ genoemd.  Om die symboliek te begrijpen, daarvoor hoef je niet gedoopt te zijn.  Je bent bang voor de diepe, zwarte zee; je wast je handen schoon onder de kraan, en na een lekker bad voel je je herboren, een ander mens.

Andere tradities benadrukken sterk de zuiverende kracht van water. Vijfmaal daags verrichten moslims het gebed, en voor elk gebed voeren ze het ritueel van kleine wassing (woedoe) uit. Alles krijgt een beurt, handen, mond, neus, gezicht, armen, hoofd, oren, voeten – al is het met een paar druppels. Het maken van een kruisteken met wijwater bij binnenkomst van een Rooms-katholieke kerk schijnt af te stammen van de joodse manier van ritueel reinigen. Joden kennen het rituele bad (een zg. mikveh), met name voor vrouwen na de menstruatie of een bevalling. Voor de Hindoes is water vooral  een symbool voor de bron van het leven, maar ook voor de vergankelijkheid ervan. Elke Hindoe moet één keer in zijn leven in de Ganges, de heilige rivier gebaad hebben. Als iemand sterft krijgt hij een druppel Ganges-water in de mond. Na de crematie wordt de as verstrooid in de Ganges. Zo wordt het besef uitgedrukt: je komt uit het water, je stroomt weer uit in het water.

Ook dichters weten van de symbolische kracht van water. De Vlaming Paul Snoek bijvoorbeeld, hij hield enorm van zwemmen en was gek van water. Hij schreef er dit gedicht over:

 Een zwemmer is een ruiter

Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,

is liefhebben met elke nog bruikbare porie,

is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.

 

En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,

is met armen en benen aloude geheimen vertellen

aan het altijd allesbegrijpende water.

 

Ik moet bekennen dat ik gek ben van water.

Want in het water adem ik water

word ik een schepper die zijn schepping omhelst,

en in het water kan men nooit geheel alleen zijn

en toch nog eenzaam blijven.

 

Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.

 In het water ben je als mens helemaal in je element.  Op de wal moet je iemand zijn, op je eigen benen staan, ook als je dat niet goed kunt. En alles is er soms zo hard, en koud.  In het water word je weer zacht en vloeibaar, net zoals je ooit begon.