Tags

Ethiek onderweg

Boekpresentatie Donner Rotterdam, 29 mei 2008

Gerrit de Kruijf is een man van paradoxen; een vat vol tegenstrijdigheden. Een krachtige persoonlijkheid met een ferme levensovertuiging , maar tegelijk een man wars van absolute oordelen, van: zo zit het en niet anders.
Een door en door kerkelijk mens, een dominee in hart en nieren, maar tegelijk een man van de wereld, die pas echt op stoom komt in de politieke arena, maar slechts matig in de religieuze binnenkamer is geïnteresseerd.
Een christelijk ethicus ook, die er van overtuigd is dat je God voor goed en kwaad niet kunt missen, maar die wars is van geheven vingertjes en knellende codes. ‘Het superioriteitsidee van gelovigen maakt het politici lastig’, zei Femke Halsema onlangs bij de uitreiking van de Ab Harrewijn Prijs. Dan kent zij Gerrit de Kruijf nog niet.

Acht adviezen

Gerrit de Kruijf schrijft in Ethiek Onderweg geen tien geboden, maar acht adviezen. ‘Ze zijn wervend bedoeld. De vingerwijzing is wenkend, niet priemend,’ schrijft hij. Een knieval van een theoloog die van de kansel af is gekomen en nu op zijn knieën smeekt om de gunst van zijn publiek? Een betweterige ethicus die zijn normatieve directieven verstopt in een begripsvol omhulsel, zoals de dokter zijn bittere pil?
Niets van dat alles. De Kruijf mag een vat vol tegenstrijdigheden lijken, als ethicus is het een mens uit één stuk.
Zijn Ethiek voor Onderweg is een makkelijk te onderschatten boek. Zijn acht adviezen zijn – hoe toegankelijk ook geschreven – geen acht hapklare brokken. Zijn boodschap reikt, hoe kort en krachtig ook opgeschreven, ver en diep. Je leest het boek – als je even doorzet – in een ochtend uit, maar het verhaal echoot nog tijden in je hoofd door.
Qua vorm en toon is het een luchtig, open boek. Maar, vergis je niet, hier ligt een complete christelijke ethiek in de notendop voor, met een zorgvuldig geconstrueerde architectuur. Ik lever er graag een meter breedsprakige Duitse Theologische Ethik van mijn boekenplank voor in.

Vanuit het einde denken

Een christelijke ethiek aus einem Guss. Je hebt theologische ethici die meer vanuit de schepping denken, anderen die de vraag hoe te leven uit de christologie willen afleiden. De Kruijf vindt dat allemaal best, als je daarbij je ethiek maar laat dragen door één centrale alles doordringende gedachte, de eschatologische, en door één beeld van het menselijk leven, dat van de pelgrimage.
De Kruijf’s ethiek denkt consequent ‘vanuit het einde’. Geloven is geloven in het vrederijk van God dat op ons toekomt. Het leven is geen af-, maar een oplopende zaak. ‘Zie je levensweg als een pelgrimstocht. Je wordt aangetrokken door het vrederijk. Je zet stappen in die richting. Je zingt liedjes van verlangen,’ lezen we. Kenmerkend voor het bestaan is niet dat een mens vergankelijk is, maar dat God komende is.
Hoe we ons dat moeten voorstellen? De Kruijf is daar merkwaardig zuinig over, we krijgen van hem geen enkel dogmatisch ‘plaatje’ te zien. Het vrederijk is hier meer structuur, grondtrek, dan een visionaire overtuiging die je na moet willen rekenen. In de ethiek moet je dáár ook niet nieuwsgierig naar willen zijn. Het gaat er alleen om het doen van de dingen die passen bij de pelgrimage. Of en hoe je ooit aankomt, God mag het weten.
Daarmee is Ethiek Onderweg onmiskenbaar een christelijk boek geworden. Onmodieus ook, ondanks de aantrekkelijke stijl en vorm. Ongemakkelijk voor postmoderne cynici die zich afvragen waarop die hoop op een andere toekomst gestoeld is, nu we het geloof in de Vooruitgang verloren zijn. Maar ook ongemakkelijk voor christenen die zich hebben ingegraven in de waarheid, hun waarheid, en niet meer vooruit te branden of in beweging te krijgen zijn. ‘Het licht van Gods toekomst maakt alle huidige levensvormen