Trouw legt met ‘De yep van tegenwoordig’, een onderzoek naar de vitale zestigers en zeventigers, een lacune bloot in de maatschappelijke beeldvorming: voor vitale ouderen hebben we eigenlijk geen goed verhaal. Ze zijn niet meer jong (met hun leesbril en nieuwe heup zijn ze de illusie van forever young wel kwijt) maar oud voelen ze zich ook nog niet. Want oud, is de gedachte, staat gelijk aan aftakelen en zorgafhankelijk worden.
Het onderzoek schetst een beeld van een nieuwe levensfase die nu door de vergrijzende babyboomgeneratie voor het eerst wordt verkend. Uitgangspunt is de gedachte dat de vitale zestigers en zeventigers zich in een aparte levensfase bevinden, voorafgaande aan de ‘echte’ ouderdom, die om nieuwe beeldvorming vraagt.
Yep (young elderly person) is wel een mooie vondst van Trouw, maar toch te trendy. Er is een nieuwe, betere naam nodig voor deze ‘jongere oudere’.
Bij dat uitgangspunt maak ik een kanttekening die uitmondt in een suggestie. Mijn kanttekening: het onderscheid tussen een derde en vierde levensfase is hoogst problematisch. We hebben geen nieuwe naam voor alleen de derde levensfase nodig, maar zitten verlegen om een goed verhaal voor heel de ouderdom. En mijn suggestie: we doen er goed aan de yep als oudere-in-opleiding te beschouwen, die begint aan een (hopelijk) lang leer- en ontwikkeltraject richting het einde.
Lees verder »