Interview met Trouw 14 december 2021
De strijd tegen corona is in twee jaar veranderd van oorlog naar guerrilla. Daardoor dringen de morele dilemma’s tot achter de voordeur door, zegt Frits de Lange, emeritus hoogleraar ethiek. Mag je je ongevaccineerde nicht voor kerst de deur wijzen?
Lodewijk Dros 14 december 2021
Vaccinatie ten spijt is het aantal besmettingen in verpleeghuizen weer fors opgelopen. Al is de kans op overlijden daar minder hoog dan bij de vorige coronagolf, het virus treft weer ouderen. In 2020 was er een golf van verontwaardiging over wat ‘dor hout’ heette, dat moest toch een keertje gekapt. Nu opnieuw veel ouderen sterven, gaat er geen schokgolf door de samenleving.
Zijn we stiekem toch gaan denken dat ouderen dor hout zijn?
Nee, zegt De Lange resoluut. “We richtten ons eerst specifiek op ouderen. Dat waren bij uitstek slachtoffers of zondebokken. De mensen die ouderen ‘dor hout’ noemden, kwamen op voor de jongeren, die mochten niet worden opgesloten. Die tegenstelling is verdwenen. De pandemie is van karakter veranderd: het is nu een ziekte van ons allemaal. Het heeft geen zin meer om te wedijveren wie het meest de dupe is. Ook kwetsbare kinderen kunnen eraan sterven, ongevaccineerde vrouwen kan het hun zwangerschap kosten.”
Aanvankelijk speelde de tegenstelling oud versus jong wel. “Corona begon als een ouderenziekte. De ethisch weldenkende burger vond dat we ouderen moesten beschermen, bewoners dienden in hun verpleeghuis geïsoleerd te worden. Dat heeft veel sociale en psychische ellende met zich meegebracht.”
Nee, zegt De Lange nog eens, onverschilligheid jegens ouderen is er niet. “Oké, we zijn er laat mee, maar wie krijgen de booster als eersten? De 80-plussers. De aandacht is wel verlegd, het gaat nu niet meer om oud tegen jong. ”
Waar is de aandacht naartoe geschoven?
“In de eerste fase van deze crisis was het oorlog. Dat was de metafoor die ik ook zelf gebruikte: we leven op voet van oorlog met een onzichtbare vijand die je buiten de deur moet houden – vandaar dat isoleren van ouderen. Maar het beeld is verschoven: we zitten nu in een guerrilla, corona is een terreurbeweging geworden die je met scherpschutters op elke straathoek kan treffen.”
Nu we niet meer in oorlog zijn, maar in een guerrilla verzeild zijn geraakt, verandert ook de aanpak in verpleeghuizen. De Lange: “Het totale isoleren ervan kon met oorlogsretoriek. Nu het kwaad overal loert, wordt het passen en meten per afdeling en per bewoner. We kunnen geen verpleeghuizen meer sluiten.”
Niet alleen in de zorg, maar in de hele samenleving is een ‘nieuwe dynamiek’ ontstaan, met bijbehorende polarisatie: nu draait alles om de tegenstelling tussen wel- en niet-gevaccineerden. Bij sommigen proeft De Lange na twee jaar corona ‘een soort gelatenheid’, ze worden ‘verontwaardigingsmoe’. Maar doorgaans gaat het er fel aan toe tussen de nieuwe tegenpolen.
De Lange vindt dat de debatten over (dwang tot) vaccinatie niet over vrijheidsrechten moeten gaan die in het geding zijn, ‘maar om de bescherming van de meest kwetsbare mensen’. Dat heeft vergaande consequenties. “Want niet iedereen is even kwetsbaar. Dat levert dilemma’s op. Dan wordt in mij de moralist wakker.”
Waar uit zich dat in?
“O, ik heb me zo boos gemaakt over publiciste Lisette Thooft. Ze pleitte tegen vaccinatie omdat ze zo’n robuust immuunsysteem heeft. En als je dat niet had, moest je het maar ontwikkelen. Dat vind ik een typisch neoliberale spiritualiteit: zorg voor jezelf, ‘ik ben niet mijn broeders hoeder’ – schreef Thooft zelf. Het gáát niet om jouw robuuste immuunsysteem, je laat je niet voorstaan op je kracht, je hoort kwetsbare mensen te beschermen. Individuele vrijheid is een groot goed, maar wordt begrensd door waar anderen schade kunnen oplopen. Ik moet erover ophouden, want ik word weer boos.”
Ethicus De Lange vindt dat een belangrijk deel van de samenleving is ‘doorgeschoten in de neoliberale moraal van de zelfbepaling’. Dat vertaalt zich ook in de politiek. Daarom verwacht hij niet dat Nederland net als Duitsland in zal stemmen met vaccinatieplicht.
Bent u voor zo’n verplichting?
“De drang ertoe bestaat al. Als het zover zou komen, dan toch op z’n minst met een prikweigermogelijkheid op grond van gewetensbezwaren. In de zorg vind ik een vaccinatieplicht in ieder geval heel goed verdedigbaar.”
U beschrijft verschuivingen: eerst waren het ouderen die getroffen werden, nu kan het iedereen zijn; we hebben geen oorlog meer, maar guerrilla. Beïnvloedt dat de morele dilemma’s waar we voor staan?
“Ja, en ik heb het gevoel dat het er veel meer worden.”
De Lange haalt een noodkreet aan van een zorgadviseur in de Volkskrant, die op ‘traumatische ervaringen en ingewikkelde morele dilemma’s’ wijst: veel sterfgevallen, gefrustreerde families van patiënten, keuzes bij beddenschaarste, het uitstellen van zorg. Hij schreef: ‘Waar zijn alle ethici van Nederland? Juist zij kunnen nu het verschil maken op de ic-afdelingen en in de teams die werken met covidpatiënten. […] De (medisch) ethicus kan helende aandacht geven aan alle zwaarte waarmee de zorgprofessionals worden geconfronteerd en daarmee het opbranden voorkomen.’
Het is De Lange uit het hart gegrepen. “Ethici moeten niet alleen denken over de vraag: wie behandelen we, maar ook: hoe houden we de moraal van zorgmedewerkers overeind?” Ook elders zijn ethici hard nodig. “De ethiek kruipt overal in, tot in de haarvaten van de samenleving. Het coronabeleid van de overheid is minder eenduidig dan in het begin en beweegt mee met de pandemie. Dat maakt dat de burger zelf meer verantwoordelijkheid krijgt en eigen afwegingen moet maken. Hoe strikt ben jij in het handhaven van regels en adviezen?”
De Lange ziet dat de discussies over ethiek aan het verschuiven zijn. “De traditionele tegenstelling aan het begin van de pandemie was die tussen kantiaan en utilist. De kantiaan vindt dat ieder leven van absolute waarde is, de utilist calculeert: welk handelen levert het meeste nut op voor de meeste mensen? Dat waren grote debatten, gevoerd door beleidsmakers over vertrouwde posities, maar die zijn verlaten.”
Die debatten werden door beleidsmakers gevoerd. Nu lopen gewone mensen in intieme kring tegen morele vragen aan, terwijl ze daar geen ervaring mee hebben. “De morele dilemma’s doen zich veel dichterbij voor, ze zijn praktischer. Ik zie een proliferatie van dilemma’s die overal opduiken en zich opstapelen, niet alleen in de zorgsector, maar op elke hoek van de straat. Het gaat nu om micro-ethiek, om lastige, dagelijkse afwegingen tot in de huiskamer toe. ”
Een positief gevolg van de huidige situatie is, zegt De Lange, dat de morele discussies “niet meer met grote gebaren worden gevoerd waarbij je precies weet wie goed is en wie fout. Dat voorkomt een ethiek met de geheven vinger.”
Waar bijvoorbeeld?
“Nou, het idee dat je ongevaccineerd en gevaccineerd simpel kunt verdelen in fout en goed, dat klopt echt niet. Het gaat eerder om wel en niet geïnformeerd. De kunst is dan om je met een prik in de arm niet moreel te verheffen boven de ongevaccineerde. Dat relativeert het gemoraliseer.”
Hebt u dat zelf aan de hand?
“Ja. Hoe moet ik omgaan met een familielid dat zich niet heeft laten vaccineren, omdat het een gentherapie zou zijn? Dat is micro-ethiek in actie, achter mijn voordeur. Ik denk dat ik het bij het rechte end heb: vaccineren is goed. Maar kan ik dat als norm opleggen – hem de deur wijzen? Kan ik van haar houden?”
Deze periode doet De Lange vaak denken aan zijn vroegste jeugd. Hij is van 1955, zijn ouders waren in de jaren veertig in een kerkscheuring terechtgekomen. De jonge Frits ervoer de nasleep. “Jaren, wel 15 jaar lang, kwamen familieleden niet meer bij elkaar over de vloer. Vreselijk, die sfeer. Dus, hoe moet ik handelen? Dat is een praktische ethiek op weg naar de kerstdagen, en ik vermoed dat veel mensen daar mee zitten, de angst voor verscheurde families.”
In dat opzicht, zegt De Lange, is de halve lockdown die we nu hebben eigenlijk wel fijn. “Dan mag je maar vier mensen tegelijk ontvangen. Kun je bij wie je wel en niet uitnodigt er een beetje omheen manoeuvreren.”
Lees ook:
In Letter&Geest formuleerde Frits de Lange aan het begin van de coronacrisis al een groot dilemma: welke levens redden we − en welke niet?