Column, De Verwondering, maart 2019/ 1, p. 34
Wanneer je tweede levenshelft begint? Misschien als je beseft dat je ego er niet meer zo toe doet. Voor de een begint die tweede helft soms daarom al vroeg, anderen zijn er op hun oude dag nog niet aan toe. Het hangt er maar van af, wat je meemaakt en wat je doet met wat je meemaakt.
In de eerste levenshelft moet je aan je ego bouwen en dat is maar goed ook, anders red je het niet in deze wereld. Je hebt een stevige identiteit nodig, veiligheid om de wereld aan te kunnen, en iemand die van je houdt om wie je bent. Je ego is de container waarin je dat allemaal bij elkaar houdt. Je uitvalsbasis om de rest van de wereld aan te kunnen. Daarvoor heb je een heldere omtrek en scherpe onderscheidingen nodig. ‘Dit ben ik en dat dus niet’.
Elisabeth Eybers (Tom Küsters)
Bij de eerste levenshelft hoort ook eerste levenshelft-religie. Een God die net zo stevig is als jij zelf graag zou willen zijn, geloofsregels die zeggen dat het zus zit en niet zo, een gemeenschap waarin je iemand bent.
Maar dan gebeurt er iets dat je container-ego ineens aan flarden scheurt. Een ongeluk, een groot verlies. Of ook: een overweldigend geluk. Het kan ook zijn dat je niks bijzonders overkomt, maar je wordt gewoon ouder: er komen dan gaandeweg zoveel deukjes, scheurtjes en kiertjes in je container dat het verschil tussen buiten en binnen gaandeweg vervaagt. Elisabeth Eybers (1915 – 2007) dichtte op hoge leeftijd in het Afrikaans:
Ek hoop
om te voldoen aan omgekeerde bloei
en leeg genoeg te loop om vol te loop
met wat vanuit hierbuite binnevloei
Wie zoiets kan schrijven, heeft duidelijk werk gemaakt van haar tweede levenshelft. Het ego doet er niet zoveel meer toe. Op dat moment ben je misschien ook toe aan tweede-levenshelft-religie. Een God zonder persoonsachtige contouren, waarheden die zus kunnen zijn maar ook zo – en dat allebei tegelijk. Een spiritualiteit met ruimte voor ambivalenties en een antenne voor mystiek. Zonder dat je de bevestiging van anderen nog nodig hebt.
Nu leven we jammer genoeg helemaal in een eerste levenshelft-cultuur, ook als we ouder worden. Zelfs de bejaarde president van een wereldmacht twittert de hele dag “ikke eerst!”, terwijl het juist zijn morele taak zou zijn z’n ego te relativeren en zich te wijden aan de zorg voor de volgende generatie. Als je je stevig in je eerste levenshelft hebt genesteld, gaat het in de tweede niet meer om het versterken van de wanden van je container-ego, maar om de inhoud ervan te delen met anderen.
Goed oud worden is geen program van ultieme zelfverwerkelijking, maar een oefening in zelfverlies. Tragisch? Misschien is het eerder een vorm van weldadige wijsheid. Ek mis myself steeds minder, schrijft Eybers. Terloops lijkt het wel.