Het vraagstuk over levensbeëindiging speelt in verkiezingstijd opeens een belangrijke rol. Er liggen meerdere vragen op tafel: wat is de kerntaak van de overheid wat betreft het leven van burgers? Beschermen of faciliteren? En hoe ver gaat zelfbeschikking in relatie tot wetgeving? Wat is de rol van religieuze politiek in een seculier domein? Nieuwwij interviewde Frits de Lange, hoogleraar Ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU): “De overheid – in de vorm van een door de wet gedekte ‘levenseindebegeleider’ – zou zich ver moeten houden van een oordeel over de zin en kwaliteit van iemands leven.”
Door: Enis Odaci
Levensbeëindiging is in de verkiezingscampagne een belangrijk thema geworden. Verbaast u dat?
“Nee, dat verbaast me niet. Het wetsvoorstel van minister Edith Schippers, afgelopen november, en de Initiatiefwet Waardig Levenseinde van Pia Dijkstra (D66) in december, waren beide goed getimed, namelijk nét voor de verkiezingen. Maar het thema zit ook in de lucht: we ontkomen er niet aan om dit soort vragen te stellen, nu veel mensen te maken krijgen met een lange levensverwachting en de schier eindeloze mogelijkheden van medische technologie. De hoge ouderdom is vaak niet de meest jofele levensfase. En sterven gaat niet meer vanzelf. Het wordt een zaak waar je verantwoordelijkheid voor moet nemen. Medische assistentie rondom het levenseinde is inmiddels een gewone zaak geworden. In één op elke 25 sterfgevallen in Nederland is er op dit moment sprake van euthanasie.”
Wat is de relatie met de Euthanasiewet?
“De euthanasiewet geldt al lang niet meer voor mensen die terminaal ziek zijn, maar ook voor psychiatrische patiënten en dementerenden. Maar voor de politiek actieve lobby rond de NVVE gaat de wet niet ver genoeg. Ook mensen die klaar zijn met leven, ook al mankeert hen niets, moeten om hulp kunnen vragen die de overheid beschikbaar stelt. Minister Schippers noemt geen leeftijdsgrens, maar heeft het nadrukkelijk over ouderen. Dijkstra trekt de grens op tot 75. Alexander Pechtold wil, zo erkende hij tijdens de campagne, daar op den duur helemaal niet meer van weten.
De commissie Schnabel adviseerde vorig jaar de regering om geen speciale wet voor voltooid leven te ontwerpen. De commissie oordeelde dat het hier om een kleine groep gaat, en dat de huidige euthanasiewet ruim genoeg is. Het zou dus geen verkiezingsthema hoeven te zijn. Maar de discussie is inmiddels zo gepolitiseerd dat het lijkt op een nieuwe cultuurstrijd: de ‘religieuzen’ tegenover de ‘autonomen’, God tegenover de zelfbeschikking. De serieuze bezinning over wat we aan moeten met de tragiek van een relatief kleine groep kwetsbare en wanhopige mensen wordt nu gekaapt door een ideologisch debat, waar alle nuance uit is verdwenen.”
De teneur in het debat is dat met name de christelijke partijen het leven zo lang mogelijk willen rekken. Daaronder zit de aanname dat de kwaliteit van leven leidt tot zin in leven. Hoe staat u erin?
“Het zo lang mogelijk in leven houden is toch niet voorbehouden aan christelijke partijen? Het is de verantwoordelijkheid van de overheid die het recht op leven beschermt, van de samenleving die aan suïcide-preventie doet, van artsen die levens proberen te redden op de intensive care. ‘Zo lang mogelijk in leven houden’ is een zaak van elementaire beschaving in een rechtsstaat. Het is bizar dat het vanzelfsprekende van die collectieve verplichting en inspanning nu wordt voorgesteld als het religieuze vooroordeel van een christelijke sekte.
Ondertussen vindt er een ingrijpende verschuiving plaats in de rol en taak die aan de overheid wordt toegekend. Zelfbeschikking wordt als zo’n absolute waarde gepresenteerd, dat zelfs de staat er zich ondergeschikt aan moet maken: ‘wilt u dood, dan helpen wij u. Oh, wilt u blijven leven? Dan helpen wij u ook.’ De overheid wordt een speelbal in de handen van de soevereine burger. Zij zou moeten optreden als de harde beschermer van het elementaire recht op leven, zonder aanziens des persoons. Daar zou de discussie over moeten gaan. En niet over de vraag of God de baas is over het leven. De overheid – in de vorm van een door de wet gedekte ‘levenseindebegeleider’ – zou zich ver moeten houden van een oordeel over de zin en kwaliteit van iemands leven. Dat zou pas écht liberaal zijn.”
Ook al zijn mensen gezond en kennen ze een liefdevolle en sociale omgeving, dan nog kunnen mensen vinden dat hun leven ‘af’ is. Liberale partijen als D66 zeggen dat die zelfbeschikking moet prevaleren. Gelooft u daarin?
“‘Voltooid leven’ is een term die een complexe, ambivalente lading dekt. Els van Wijngaarden heeft in haar proefschrift afgelopen najaar aan de hand van interviews laten zien dat mensen die zeggen dat ze dood willen, vaak veel meer of heel iets anders zeggen: ze willen dít leven niet langer. En die ‘liefdevolle en sociale omgeving’, dat valt in de meeste gevallen behoorlijk tegen: deze mensen zijn doorgaans eenzaam, en zijn het contact met het leven kwijt. De extreme nadruk op zelfbeschikking vergeet dat mensen ook een fundamentele behoefte hebben aan verbondenheid. Daar zit niks levensbeschouwelijks aan, dat is elementaire psychologie. Versta me goed, ik ben er niet op tegen dat mensen een eind maken aan hun leven, ook al vind ik dat altijd een ramp. Daar hebben mensen het recht toe, er is geen plicht tot leven. Maar het is geen taak van de overheid om daarin met een beroep op barmhartigheid in te voorzien. Echte zelfbeschikkers moeten ook daarover zelf weten te beschikken.”
Waarom zeggen christelijke partijen niet gewoon dat zij zich baseren op het Evangelie en op basis daarvan de heiligheid van het leven willen eren. De discussie lijkt bewust uit het religieuze domein gehouden te worden. Deelt u die observatie?
“Ik denk dat we het gesprek over levensbeëindiging eindelijk eens moeten ontzuilen en uit de reflex halen van gelovig versus ongelovig. Heel veel kerkmensen hebben ook geen enkele moeite met euthanasie, en vinden dat we daar in Nederland een prima wet voor hebben. Bovendien: het evangelie spreekt helemaal niet over de heiligheid van het leven als een absolute waarde. Dat is een term die pas in de 19e eeuw is bedacht en toen door de Rooms-Katholieke kerk is omarmd.”
Is zelfbeschikking dat leidt tot levensbeëindiging te rijmen met het Evangelie en zo ja, welke handvatten zijn aan te reiken voor het religieuze gesprek hierover?
“Het debat rond levensbeëindiging en voltooid leven zou wat mij betreft dus uit de sfeer moeten komen van morele en religieuze Prinzipienreiterei. Als protestant zeg ik dat beslissingen rond het levenseinde uiteindelijk een zaak zijn tussen de mens en God zelf, een individuele verantwoordelijkheid, waar niemand anders, de overheid, de dokter en de familie niet, tussenbeide mag komen. Die beslissing, in vrijheid genomen, dienen we te respecteren. Een hoge leeftijd in combinatie met een opeenstapeling van ouderdomsklachten geeft de arts ook nu al de wettelijke mogelijkheid om het leven van iemand, op diens verzoek, te (helpen) beëindigen.
De Franse ex-priester Jacques Pohier, jarenlang voorzitter van de Franse versie van de NVVE, schreef ooit een essay over ‘de theologie van euthanasie’, dat mij bijgebleven is. Hij stelde niet de vraag of euthanasie, volgens de bijbel of de kerkelijke moraal, mag of niet, maar benaderde de kwestie van de andere kant: hoe je over zelfbeschikking en levensbeëindiging denkt, hangt af van hoe je in God gelooft. “Zeg mij in welke God jij gelooft, en ik zal zeggen hoe jij over euthanasie denkt.” Heb je een juridisch beeld van God als Rechter, of is jouw God eerder een zorgzame Moeder? Denk je bij God aan een straffende hand of aan koesterende armen? Het bepaalt hoe je over doodgaan denkt.”
Tot slot, als u met een levensbeschouwelijke bril naar de huidige verkiezingscampagne kijkt, wat valt jou dan op? En: wat mist u in het debat?
“Mij valt op de totale leegte en het gebrek aan toekomstvisie. Levensbeschouwelijk hebben deze verkiezingen de omvang van een paasei. Politiek is een narratieve praktijk. Het gaat erom dat je mensen achter een goed verhaal krijgt, over waar het naartoe moet met deze samenleving. Een visioen, zo je wil. Dan loop je warm voor een programma. Het hele verkiezingsdebat lijkt nu te zijn gekaapt door de angstexploitatie van Geert Wilders. Identiteitspolitiek is nagenoeg het enige thema. Mondiale thema’s als ontwikkelingssamenwerking, klimaat, defensie, Europa worden er door naar de marge gemanoeuvreerd. Ze zullen als een boemerang terugkomen.”
Enis Odaci is eindredacteur van Nieuwwij.nl
Bron: NIEUWWIJ.NL