In: Nooit heb ik niets met U. Gesprekken over God, een bundel interviews door Henk Veltkamp, KokBoekencentrum, Utrecht 2021, 18 – 26
Henk Veltkamp interviewde mij voor deze bundel.
Als ik ‘God’ zeg, wat is dan het eerste wat bij u opkomt?
Godallemachtig. En ook gvd. Uitroepen dus. Het woordje ‘God’ zit bij mij veel meer in de emotie dan in de reflectie, of in beelden. God heeft bij mij alles te maken met woede, verbijstering, verwondering, vreugde, machteloosheid, verlatenheid, geborgenheid en ga zo maar door. Dat is, denk ik, essentieel voor mij.
Daarmee bevestigt u wat taalkundigen ons uitleggen: taal wordt niet geboren als beschrijving, maar als uitroep. Of in hun vaktaal: primaire taal is performatief, evocatief, en niet descriptief.
Klopt. Als het, wat God betreft, op beschrijven aankomt, dan ga ik stuntelen en stotteren, want dan weet ik het niet meer. God is emotie.
Wat zijn, terugkijkend naar uw kinderjaren, uw eerste herinneringen aan God?
Niet aan God. Wel aan de dominee, die op de preekstoel zwetende, orerende predikant. De man Gods dus, als mijn eerste herinnering aan God.
Conform aan wat McLuhan ooit zei: “The medium is the message”?
Ja precies. Verder vind ik in mijn geheugen geen kinderherinneringen aan God.
Wel beelden?
Ook niet. Of het zouden de beelden moeten zijn die ik als theoloog bevecht. Niet dat ik die mij herinner, maar wellicht projecteer ik die op mijn eigen jeugd. Zeg maar de man met de baard op de wolk. Of de Oude van Dagen op dat schilderij van William Blake, die met zijn passer de wereld ontwerpt. Dat zijn beelden waarvan ik denk dat ik ze in mijn jeugd heb meegekregen. Een sterk theïstische God dus, de machthebber die het universum bestiert en als een Romeinse keizer met z’n duim omhoog en naar beneden aangeeft wie mag leven en wie moet sterven.
Lees verder »